Geschiedenis
We attenderen u graag op de nieuwe internetpublicatie van Otto Knottnerus: "Predikers op boerengrond". 150 pagina's over de familiegeschiedenis, met veel nieuwe vondsten en op verschillende punten correcties op de bestaande genealogie.
Een kleine geschiedenis van de familie Knottnerus
Op 20 januari 1598 vindt bij de academie van Neurenberg, die te Altdorf is gevestigd, de inschrijving plaats van de in de Westboheemse grensstad Eger (het tegenwoordige Cheb) geboren Johann Knöttner.
Hij moet omstreeks 1580 zijn geboren en vrijwel zeker zijn gedoopt met de naam Hans. Zijn overlijdensdatum is nog steeds onbekend. Van hem is wel een album bewaard gebleven met bijdragen van zijn medestudenten. Hij verlaat de hogeschool in mei 1605.
Dat hij zich intussen ook met de klassieke wijsbegeerte heeft beziggehouden, blijkt uit de in boekvorm verschenen bundel van een reeks van Stellingen van redeneerkunde die door hem onder de naam Johannes Knoettnerus Egranus is verdedigd in augustus 1601.
Een reeks van Stellingen van redeneerkunde
Johannes Knoettnerus Egranus
augustus 1601
Uit andere bronnen blijkt verder dat hij na zijn academische studietijd is benoemd tot Rector van de Stadtschule in de stad Neumarkt in de Oberpfalz gelegen ten zuidoosten van Neurenberg. In 1609 wordt hij als predikant beroepen in Pfaffenhofen en in 1613 wordt hij predikant in Hagenhausen. Nadat de katholieke vorst Ferdinand II van Bohemen de calvinistische keurvorst Fredrik V van de Palts had verslagen, is hij begin 1626 uitgeweken naar Altdorf dat onder bescherming viel van Neurenberg.
Zijn zoon Johannes Michaelis Palatinus (uit de Paltz afkomstig) studeerde in 1637 theologie in Groningen. Hij was een asielzoeker avant la lettre en liet zich in Groningen als student inschrijven onder de naam Knottnerus. Een andere naam dus dan die zijn vader in Altdorf hanteerde. Hij is predikant geworden in Pilsum (1639) en vervolgens in Greetsiel (1645) waar hij overleed in 1684. Zijn grafzerk was gelegen in het koor van de kerk aldaar.
Omstreeks 1960 is de grafsteen tijdens een restauratie van de kerk geplaatst tegen de muur naast de kansel. Van deze grafsteen is de familiespreuk afkomstig ‘Consumor aliis serviendo’ (Ik word verbruikt door anderen te dienen).
Overigens vonden in die tijd vele vluchtelingen om het geloof een toevlucht in Emden en omgeving. Emden speelde ook een belangrijke rol in de geschiedenis van het calvinistisch protestantisme in Nederland. Van 1807 tot 1810 maakte de stad zelfs deel uit van het Koninkrijk Holland; zie Winkler Prins (1980).